Het engste moment van het jaar

Het engste moment van het jaar

14 september 2021 Maak Ruimte 0

Het was een lekkere laidback zondagochtend in mei en rustig nippend van mijn cappuccino zat ik in mijn pyjama op de bank wat te werken achter mijn laptop. De zon scheen en Miles Davis blies door de huiskamer. Ik zag dat ik een mail had van iemand van het bedrijf MaakRuimte. Inderdaad met bijna dezelfde naam als mijn boek. Het boek dat toen nog letterlijk in druk was. Die iemand was niemand minder dan Aafke Osse, oprichter van het bedrijf MaakRuimte en -zo bleek later- auteur van het boek MaakRuimte. Ik had haar inderdaad een tijdje daarvoor nieuwsgierig-naïef benaderd met ‘Hee wat leuk jullie heten MaakRuimte en mijn boek zowat ook, zullen we eens kennis maken?’ Vrolijk klikte ik op haar mail. Maar de vrolijkheid verdampte vliegensvlug.

‘Goed om kennis te maken. Het is je waarschijnlijk ontgaan maar de naam MaakRuimte is gedeponeerd en beschermd als boektitel en als handelsnaam en is niet vrij te gebruiken.’
Mijn keel sloeg dicht en mijn hart zakte een verdieping. Angst maakte zich van mij meester.

‘Mijn boek zal toch wel mogen verschijnen?’
‘Dadelijk moet ik de titel aanpassen en een gedrukt boek weggooien.’
‘Ze gaan me nog kaal plukken en helemaal afmaken.’
‘Ik ga dood.’

Nou, dat laatste dacht ik niet letterlijk, maar ja, angst gaat eigenlijk altijd over dood, toch?

Na wat heen-en-weer-gemail maakten we een afspraak. Het was duidelijk geworden dat zij het ‘niet zo leuk’ vonden hoe mijn boek heette, zeker omdat onze werkvelden overlappen. En dat snapte ik helemaal. Met de groep mensen van durftevragen maakten we het jaren lang mee dat iedereen aan de haal ging met die naam. Dus ik had alle begrip voor ze. En was doodsbang. Tegelijkertijd. Ik had geruststelling nodig. En ik wilde die hen bieden. Want laten we eerlijk wezen, ik ben geen bedreiging voor zo’n succesvol bedrijf als dat van Aafke. Dus ik toog naar Zeist, naar Aafke.

Mijn moed verzamelend drukte ik op de bel. Dit is dus wat ze bedoelen met het beest in de bek kijken schoot er door mij heen. Aafke maakte open, hartelijk, gastvrij. Een krachtige vrouwelijke vrouw met krullend haar en elegantie in haar kleding. Die elegantie kwam overal terug, in het meubilair, in de kunst aan de muren, in de cappuccino die ze voor me maakte. Haar partner Piet Primis schoof ook aan, meer het type nuchter en monter, als mijn oude leraar scheikunde.

Beleefd en beschaafd maakten we kennis, maar het ongemak vulde de ruimte als dikke olie. Ik stootte mijn koffie maar nét niet om. Ik merkte al gauw dat we veel dezelfde waarden deelden, en dezelfde behoeftes hadden. Verbinden, creëren, betekenis geven. En dat we allebei ruimte willen maken in ons werk. Zij meent het echt, meende ik te voelen. Ik wilde haar ontmoeten voorbij het gelijk. Voorbij het conflict. De sluimerende liefde die ik kon voelen voor wat zij bij MaakRuimte doen gaf ik de ruimte. Met horten en stoten ontdooide ik, en mede daarmee het gesprek. Ik besloot me helemaal open te geven, mijn angst die ik voor hen voelde met ze te delen. Mijn geloof in wat ik de wereld wil brengen te delen. En dat deden zij op hun manier ook.

Niet wetend hoe nu verder besloten we de ontmoeting. We spraken af elkaars werk te lezen en later weer te bellen om iets af te spreken rond de ontstane situatie. Nog niet helemaal gerustgesteld vertrok ik, wetend, voelend dat dit precies was wat ik moest doen. Ik was er vooraf niet klaar voor geweest, maar zoals de Amerikanen zo mooi zeggen I rose to the occasion. Ik heb de angst niet weggestopt, maar juist omarmd en hem mij daardoor niet laten controleren, ik heb de angst gedeeld, waardoor ik helemaal open kon zijn, zo puur als ik kan zijn. En gezocht naar verbinding.

Een paar dagen later belden we elkaar en het was alsof alles anders was. We hebben een andere ruimte betreden met elkaar. Een ruimte die we samen gemaakt hebben. Een oceaan.
‘Je hebt een mooi boek geschreven, Juul.’
‘Jij ook, Aafke.’
‘Het is mooi wat je doet en we willen je niet in de weg zitten, ga lekker op pad met je boek,’ zei ze.
Ze meent het, dat ruimte maken. wat een groots hart. Voelde ik dat toch al goed aan.
‘Dankje, jullie ook,’ zei ik. ‘En ik zorg ervoor dat mensen jullie vinden als ze jullie eigenlijk zoeken en niet mij.’


Een diepe ontspanning viel over me vanuit mijn mijn oogleden, het was een pak van mijn hart, ik zag dat pak ineens gekreukeld op het vloerkleed liggen.

We keuvelden nog wat over de toevalligheid van onze ontmoeting, misschien moest het wel zo zijn, en wie weet gaan we nog eens samen wat doen. We hingen op. Ik liep naar de keuken, maakte een cappuccino, ging weer op diezelfde bank zitten als die zondagochtend en zette Miles weer op. Ik ging weer verder met waar ik gebleven was na deze noodzakelijke omweg in mijn leven. Alsof er niks was veranderd, niks behalve mijzelf: er had iets krachtigs nieuws in mij een plek gekregen.

MaakRuimte, het bedrijf van Aafke Osse

Maak ruimte en laat je mensen shinen, mijn boek.