De klant is geen koning

De klant is geen koning

27 februari 2012 Nu.nl Columns 0

‘De klant is koning.’ Dat spreekwoord klinkt als een klok. Ik kan me er ook meteen wat bij voorstellen. Kroontje op, veer in de reet en applaudisseren maar. ‘Wat fantastisch dat u bij mij komt winkelen. Wat u maar wilt, o, koning, u vraagt wij draaien.’ Ondertussen ben ik er achter dat dat niet altijd even goed werkt.

dit stuk schreef ik eerder voor NuZakelijk.nl


Ik werkte zo’n tien jaar geleden bij een t-shirtjes drukkerij in Nijmegen en als er een klant binnenkwam ging dat meestal als volgt. Iemand liep de winkel binnen en keek om zich heen naar de voorbeeld t-shirts in de rekken met een prijslijst in de hand. Ik liep er dan naar toe met een glimlach en vroeg of ik ergens mee kon helpen. De eerste reactie was meestal: ‘Wat kost een t-shirtje?’ ‘Dat hangt er maar van af wat u wilt, mevrouw.’ ‘Gewoon, met opdruk’ was dan het meest geijkte antwoord. Na wat doorvragen kwam ik er dan meestal achter dat ‘gewoon, met opdruk’ een heel specifieke wens was: een roze polo met op de voorkant het logo van een kettingzaagmerk –maar dan met een soort krulletje in het logo- en op de achterkant de naam van diegene die het shirt ging krijgen op de schouders met rugnummer 14. Om maar wat te noemen. Uiteraard gevolgd door: ‘Wat kost dat?’

Het eerste jaar dat ik in die winkel werkte, deed ik altijd mijn best om de vraag van de klant te kunnen uitvoeren, ook al hadden we geen roze polo’s in huis, laat staan kettingzaagmerklogo’s. ‘De klant is koning,’ was me immers aangeleerd. Het gevolg was dat ik keer op keer prutswerk afleverde om maar wat inkomsten te genereren en een klant te bedienen.

Vorige week was ik op gesprek bij Tony, manager van een multinational. De vraag was of we met durftevragen konden bijdragen aan hun mobiliteitsvraagstuk: er moeten een paar duizend mensen van baan veranderen. Mijn antwoord was: ‘Weet ik niet, ik heb het nog niet geprobeerd. Wat wil jij dat er lukt?’ ‘Daar heb ik nog niet over nagedacht,’ zei hij. ‘Dat zou ik dan maar eerst doen, anders weet ik ook niet of ik iets voor je kan betekenen,’ antwoordde ik.

De volgende dag belde hij me op: ‘Ik weet het! Ik wil dat al die mensen een goede loopbaanstap maken.’ ‘Fijn om te horen,’ zei ik, ‘en hoe denk jij dat ík daar aan kan bijdragen? Ik heb namelijk geen zin om voor Jan Doedel een beetje workshops te geven en zomaar wat factuurtjes te sturen. Ik leef maar een keer en dat leven wil ik waardevol doorbrengen. Als ik niks toe kan voegen, dan kom ik niet. Misschien moet je dan buro Jansen hebben.’

Hoe hard denk jij dat Tony toen zijn best is gaan doen om mij te laten zien dat hij mij echt nodig had?

 

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *